China loopt in Duitsland zijn eerste blauwtje op in zijn schijnbaar onstuitbare economische expansie binnen Europa, zo meldt de Japanse zakenkrant Nikkei.

De Nieuwe Zijderoute die China momenteel uitrolt over de wereld en die Beijing met zo’n zeventig landen via spoorlijnen, gasleidingen, scheepvaartroutes en andere infrastructurele hoogstandjes moet verbinden, lijkt nu voor het eerst echt vertraagd te worden.

Vielen in Europa eerder Zwitserland, Griekenland, Italië en Luxemburg voor de Chinese zak met geld, de Duitse regering trapt nu op de rem met een reeks maatregelen die Chinese investeringen in Duitse industrieën moeten ontmoedigen.

Bild haalt uit naar Duitse vrienden van China

De Duitse overheid staat hierin niet alleen, ook de publieke opinie lijkt zich steeds meer te keren tegen de toenemende Chinese invloed in Europa. Illustratief is hoe het Duitse boulevardblad Bild tegen de Chinezen tekeergaat.

Zo noemde de krant de Federale Vereniging van het Duitse Zijderoute Initiatief (BVDSI) “gewetenloos” omdat het samenwerkt met een land dat een “agressief economisch beleid” voert en dat bekendstaat om de “flagrante schendingen van rechten van de mens”.

De nieuwe zijderoute van China

Maar ook de Duitse regering ligt dwars

Een vertegenwoordiger van de BVDSI erkent dat het samenwerkingsverband met China in toenemende mate te maken heeft met "tegenwind". Zo scherpte de Duitse regering in december de wet op de buitenlandse handel aan. Conform die wet kan Berlijn ingrijpen wanneer een niet-Europese investeerder 10 procent van een bedrijf koopt. Die drempel lag eerder op 25 procent.

Twee maanden later onthulde minister Peter Altmaier van Economische Zaken de 'Nationale Industriestrategie 2030'. Deze is bedoeld om de strijd aan te kunnen gaan met de machtige Chinese staatsondernemingen.

Altmaier riep toen op tot de oprichting van een staatsfonds als tegenwicht tegen buitenlandse investeerders die focussen op Duitse bedrijven die kritische technologie ontwikkelen.

Chinese investeringen met 75 procent gedaald

Veelzeggend zijn de cijfers. China investeerde in de eerste helft van dit jaar 380 miljoen dollar in Duitsland, wat een daling is van 75 procent ten opzichte van de 1,51 miljard dollar een jaar eerder.

Hoewel Donald Trump in het kader van zijn handelsoorlog met zijn Chinese ambtsgenoot Xi Jinping al geruime tijd bij de Europese bondgenoten hamert op het afbouwen van Chinese investeringen en waarschuwt voor de gevaren van te veel Chinese invloed, zijn het Chinese investeringen in twee Duitse bedrijven in het bijzonder die in Berlijn de alarmbellen hebben doen rinkelen.

Zo kocht de Chinese apparatenbouwer Midea Group in 2016 het Duitse roboticabedrijf Kuka voor 4,6 miljard euro op en kwam in 2018 aan het licht dat de voorzitter van de Chinese autofabrikant Zhejiang Geely Holding Group grootaandeelhouder was geworden van de Duitse nationale trots: Daimler.

Mensenrechten, het slappe koord waar ondernemers liever niet op dansen

Europese landen en Chinese investeringen: het blijft een ambivalente relatie. Enerzijds is het Chinese geld meer dan welkom, anderzijds boezemt China's groeiende economische invloed en beroerde trackrecord op het gebied van mensenrechten velen angst in.

Vooral dat laatste is een waar mijnenveld voor Europese overheden en bedrijven. Zo biedt Duitsland onderdak aan Chinese dissidenten, iets waarvoor het in mei nog streng berispt werd door het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken.

CEO Herbert Diess van Volkswagen gleed onlangs nog uit over de mensenrechtenbananenschil nadat hij op de Shanghai Auto Show verklaarde niets te weten van de heropvoedingskampen in de Chinese regio Xinjiang, waar meer dan 1 miljoen Oeigoerse moslims geïnterneerd zijn en waar VW een fabriek runt met SAIC Motor, een lokale Chinese partner.

Lees meer: